De Erfgoedhovenier werkt regelmatig met seizoensbeplanting, een aanpak waarin de beplanting periodiek vervangen wordt. Dat kan in een specifieke border zijn, maar ook grootschaliger in de tuin. Het is een methode om jaarrond een visueel aantrekkelijke tuin te hebben, die de vruchtbaarheid van de bodem aanjaagt. Het vindt zijn oorsprong in de zeventiende eeuw en wordt tot op de dag van vandaag toegepast.
Waarom maakt De Erfgoedhovenier gebruik van seizoensbeplanting?
Er zijn twee redenen om gebruik te maken van seizoensbeplanting. De eerste is een esthetische. De landgoedeigenaren van oudsher keken het hele jaar door vanuit de woning graag uit op een groene en kleurrijke tuin. Dat is alleen mogelijk wanneer je seizoensbloeiers op elkaar aan laat sluiten. Vandaar de wisselbeplanting: is het een uitgebloeid, vervang je het voor een andere plant.
De tweede reden voor seizoensbeplanting is het stimuleren van de vruchtbaarheid van de bodem. Door planten die elkaar in de groei niet verstoren, op elkaar te laten volgen, wordt de bodem optimaal benut en kunnen ziekten of plagen beter worden beheerst.
De ontwikkeling van seizoensbeplanting door de eeuwen heen
Seizoensbeplanting is niet nieuw, het kent een eeuwenlange historie. In de zeventiende en achttiende eeuw, een periode waarin de tuinarchitectuur grote veranderingen onderging, werd het concept van rotatie en het variëren van beplanting steeds belangrijker. In deze tijd begon men steeds meer waarde te hechten aan de esthetische en praktische aspecten van tuinbeheer. Hoewel seizoensbeplanting zelf niet altijd in de vorm zoals we het nu kennen werd toegepast, liggen de wortels van het idee in de zoektocht naar het optimaliseren van de tuin voor zowel schoonheid als functionaliteit.
De tuinen van de barok en rococo
In de barokke en rococo tuinen, die uitblonken in hun symmetrie en versierde patronen, werden beplantingen vaak per seizoen veranderd. De nadruk lag op visuele impact, met bloemen en planten die werden verwisseld afhankelijk van het seizoen, om zo het hele jaar door kleur en variëteit te bieden. Dit soort beplanting werd echter vooral toegepast in de formele delen van de tuin, zoals de parken van koninklijke paleizen, waar seizoensgebonden bloembedden en bloeiers werden geroteerd om de pracht te behouden.
De opkomst van het Engelse landschapsstijl
De Engelse landschapsstijl van de achttiende eeuw had een grote invloed in Europa. Door deze stroming werd men zich meer bewust van de ecologische waarde van variëteit in de beplanting. Hoewel de nadruk lag op een ‘natuurlijk’ ogend landschap, werd er ook veel aandacht besteed aan het dynamische karakter van beplanting. Plantensoorten werden op verschillende plekken en op verschillende tijden van het jaar aangeplant om de tuin het hele jaar door interessant te houden. Dit principe is verwant aan het idee van seizoensbeplanting, hoewel de nadruk niet altijd lag op rotatie in de moderne zin van het woord.
Ontwikkeling door nieuwe tuinbouwtechnieken
Met de vooruitgang in tuinbouwtechnieken in de negentiende en twintigste eeuw begon het idee van seizoensbeplanting zoals we dat nu kennen meer gestalte te krijgen. Tuinarchitecten en hoveniers gingen experimenteren met gewassen die in bepaalde periodes van het jaar konden worden gewisseld om de tuin optimaal te benutten, zowel esthetisch als ecologisch. Dit was vooral belangrijk in tuinen die onderhevig waren aan de veranderende behoeften van de tuin en de planten. Seizoensbeplanting werd nu een meer systematische benadering om de tuin te verzorgen en te vernieuwen zonder afbreuk te doen aan de historische waarde of het ontwerp.
Duurzaam tuinbeheer in de moderne tijd
In de twintigste en eenentwintigste waarin de nadruk ligt duurzaamheid en ecologisch tuinieren, is seizoensbeplanting verder geëvolueerd. Hoveniers passen het nu toe om bodemgezondheid te bevorderen, plagen en ziekten te voorkomen en biodiversiteit te stimuleren. Het gebruik van seizoensbeplanting is daardoor niet alleen een esthetische keuze, maar ook een milieuvriendelijke techniek die de tuin op lange termijn gezond houdt. Deze benadering is met name relevant voor het beheer van erfgoedtuinen, waar het respect voor het verleden gecombineerd wordt met een vooruitstrevende benadering van tuinieren.